In hoeverre geldt niet of nauwelijks bewegen als een onafhankelijke risicofactor voor hart- en vaatziekten?

E.W.C.M. van Dam

Research output: Chapter in Book/Report/Conference proceedingChapterProfessional

Abstract

Lichamelijke activiteit beïnvloedt hart en vaatziekten (HVZ). Lichamelijke activiteit (LA) kan gedefinieerd worden als iedere spierbeweging van het lichaam resulterend in meer energieverbruik dan het basaal metabolisme. Regelmatige LA, waarbij veel spieren gebruikt worden, zoals wandelen, hardlopen of zwemmen, leidt tot lichamelijke, cardiovasculaire, pulmonale en musculaire aanpassingen waardoor conditie ofwel inspanningstolerantie, uithoudingsvermogen en spierkracht toenemen. Training is gestructureerde, herhaalde LA, gericht op het op peil houden dan wel verbeteren van de lichamelijke conditie. Conditie, hart- en longfunctie, lichaamssamenstelling, spierkracht en souplesse, bepalen het vermogen tot LA. Vooral aerobe training, zoals lopen en fietsen, in tegenstelling tot krachttraining, zoals gewichtheffen, vermindert de ontwikkeling van hart- en vaatziekten.
Original languageDutch
Title of host publicationVademecum permanente nascholing huisartsen
EditorsH. Asscheman
Place of PublicationHouten
PublisherBohn Stafleu van Loghum
Pages18-20
Number of pages3
ISBN (Print)978-90-313-8808-0
DOIs
Publication statusPublished - 2006

Cite this